Reisavontuur: Naar de Inca-ruines van Choquequirao
aandag 12 november Het begon allemaal met Alex en Sabrina... Zij hadden van de eigenaar van hun hostel in Cuzco gehoord dat er een mooie trek bestond naar een grote Inca-ruine, die nog maar weing mensen kenden: ''de Inca-ruines van Choquequirao''. En aangezien Oscar en ik geen zin hadden in een drukke toeristische en dure Incatrail (die naar Machu Picchu leidt), klonk ons dit als muziek in de oren.
Na 4 uur in de bus lekker misselijk te zijn geworden van alle bochten in de bergweg, werden we op een kruising gedropt. Van hier was het nog een uur of meer lopen naar het dorpje Cachora. Gelukkig kwam er meteen een vrachtwagen langs met greffel en we mochten mee met hem..Alex, Sabrina en Oscar bovenop de greffel, ik lekker voorin! Al snel bereiken we in de vallei een klein bergdorpje, Cachora. Nu is het de bedoeling dat we hier een ezeltje regelen voor onze bagage. Met een eigenaar, die dan ook de weg weet, aangezien we geen goede routebeschrijving hebben. We ontmoetten al snel een engelsman die ons een huisje wijst waar we even kunnen uitrusten. De mensen zijn ongelooflijk vriendelijk hier en we krijgen brood en soep en mais aangeboden voor een kwartje...Een jonge vrouw komt plots binnen die ons paarden aanbied..dit klinkt erg interessant en we besluiten voor de eerste dag paarden te regelen voor ons allemaal om op te rijden, en een ezel/paard voor onze bagage en een eigenaar. Het is ongelooflijk, maar het lukt!
Om 7 uur gaan we op pad. Door de dichte jungle dalen we verder de berg af en bereiken een roodzanderig gebied met hoge grote cactussen, waarvan sommigen in bloei staan met prachtig gele bloemen. Ik zie Oscar voor me uitlopen met zijn leren cowboyhoed en even krijg ik het gevoel of ik op de prairie loop. Dan bereiken we een grote wildstromende rode (!!!) rivier en aangezien het heel warm is gaan we erin zwemmen, ook al is het water totaal troebel! Als we met zijn vieren in de verfrissende rivier liggen, voel ik me even heel gelukkig als ik om me heen kijk: enorme hoge grote bergen met steile cliffen en in de verte hoog op een berg wat kleine witte vlekken die volgens Simon de Inca ruines zijn!!! WAUW!! Ik voel me zo klein opeens. Vanaf de rivier klimmen we 1500 meter de berg op, en ik ben zielsgelukkig dat ik geen rugzak heb. Zwetend in de brandende zon lopen we langzaam de steile rotserige weg op, en rusten af en toe wat uit onder een boom. Gelukkig zijn er af en toe watervallen onderweg waarbij het heerlijk is je hoofd onder te steken om even af te koelen. Na 10 uur gelopen te hebben, met heel wat pauzes tussendoor en zelfs een kleine siesta, zien we dan eindelijk de Ruines dichterbij komen. Grote stenen framen van huizen doemen op in de verte, op de punt van een bergtop, op 3000 meter hoogte. Doodmoe vallen we neer in de zon. Simon, onze Peruaanse 'gids', heeft echter nergens last van! We lopen door de 500-jaar oude stenen muren, warvan het me nog onduidelijk is wat het allemaal voorstelt. Op het puntje van de berg ligt een terras met een stenen muur eromheen. Vanaf daar heb je zicht naar alle kanten over de bergen, met wolkenslierten ertussen, en kleine tekenen van gletjsers en dorpjes. Wat ons opvalt is dat zelfs de meest steile plekken zijn gecultiveerd tot akkers! We aanschouwen de zonsondergang op deze zeer unieke plek, en later koken we tussen de oude Incamuren een lekker maaltijd van kaaschampignonsaus met groenten en pasta, en als toetje popcorn, en natuurlijk een heerlijk glaasje wijn. We kamperen op de oude terrassen met een schitterend uitzicht over groene valleien en megahoge toppen. Woensdag 14 november We worden gewekt door de brandende hitte van de zon. Na een heerlijk maaltje havermoutpap, wat vooral Oscar erg goed smaakt (niet echt), lopen we met stijve spieren de Incaruines in. We krijgen wat uitleg van een vriendelijke Peruaan, die ons weet te vertellen wat alles is. In 1994 is een Fransman begonnen met het uitgraven van deze Ruines, die verborgen waren onder wilde bosjes. Er is een offergedeelte te zien, waar we gister de zonsondergang hebben bekeken. Waarschijnlijk bouwden de Inca's hun dorp zo hoog om dichter bij de goden te zijn. Het is een echt stadje geweest, met werkplaatsen, leefruimtes en boven op een ander bertopje een zeer interessant irrigatiesysteem. Douches en wc's zijn te zien, als ook opslagruimtes voor voedsel. Een aanwezige archeoloog vertelt ons over 2 kleine ruimtes waar twee verkozen knappe vrouwen uit het dorp werden opgesloten voor tien dagen om rein te worden. Daarna hadden ze sex met de priester, een soort ritueel. Ook was er een offertafelblad gevonden met het lichaam van een vrouw eruit gesneden. En dan te bedenken dat dit alles nog maar 500 jaar oud is!
Donderdag 15 november De laatste dag proberen we weer vroeg op te staan (volgens Simon moeten we echt rond 6 uur weg, vanwege de hitte), maar het lukt ons niet. Rond 8 uur zijn we weer op pad, om vandaag zo'n 1000 meter bergop te lopen. Oscar en Alex, en natuurlijk Simon, gaan vlot omhoog, maar Sabrina en ik doen het wat rustiger aan. We zien grote condors boven ons vliegen, en langzaam zigzaggen we de berg op.
Dan dalen we af richting het dorpje Cachora. Helaas hebben we geen eten meer, en dus voelen we ons allen behoorlijk slap. Als we een tijdje over een grote weg lopen, zien we ineens in de verte dat de weg weg is!?! Er is die nacht een lawine naar beneden gekomen die de weg weg heeft gemaaid..Ongelooflijk! Zodoende moeten we een heel stuk omhoog klimmen, boven het begin van de zandlawine, en we kruipen door dicht struikgewas, prikkels en doornen heen, om erg gehavend weer op de weg uit te komen na een klein uurtje! Eindelijk komen we bij het prairiehuis van Simon aan. We vallen uitgeput en uitgehongerd neer. Dan maken Sabrina en ik, omdat we toch nog zeker een uur moeten lopen, een drankje van veel cacaopoeder en suiker en natuurlijk bergwater. Het is heerlijk en de suiker houdt ons op de been. Als we eindelijk wederkeren in het dorpje is Oscar in geen velden of wegen te bekennen. Alex, Sabrina en ik besluiten op een marktje wat zoete heetgebakken donuts te eten en een vreemd wit fruitdrankje te verorberen. Dan komt Oscar in zicht, met een pilsje in zijn hand en een pakje sigaretten. Hij ziet er gelukkig uit. Kennissen van Simon nodigen ons uit op hun erf en we krijgen een ENORM smerig drankje aangeboden, gemaakt van mais. Oscar weet zich eraan te onttrekken, door te beweren dat na bier zo´n drankje niet smaakt. Met frisse tegenzin drink ik een glas, om vervolgens nog tien glazen aangeboden te krijgen van mevrouw... Erg minder. De maaltijd die we krijgen smaakt overheerlijk als is het gewoon rijst met sla, en een bakje grote maiskorrels, gekookt, natuurlijk. Na voldaan en hartelijk afscheid te hebben genomen van de familie (met foto!) en Simon, gaan we op zoek naar vervoer naar Cuzco, nog zo'n 4 uur rijden van hier. We vinden een vrachtwagen vol winkelgoed, waar we bij in mogen. Tussen honden, kinderen en volle zakken met dingen (?!) hobbelen we weg. Helaas krijgt de vrachtwagen onderweg pech, maar zet zijn tocht, na een drie kwartier tussenstop, toch verder. Een klein hondje kruipt op mijn schoot, wat lekker warm is in de koude wind, maar als ik op sta, voelt mijn hele broek nat. Erg minder, hondenpis! In een dorpje ongeveer een uurtje van Cuzco worde we afgezet. We nemen een taxi terug naar Cuzco, wat niet te duur is, al moeten er wel een hele dikke vrouw en een dronken man bij ons in, met zijn zevenen in een taxi!! Afgepeigerd en hongerig komen we in Cuzco aan, voldaan van al het moois wat we hebben gezien, met spierpijn in de benen! | ||||||||||||||||||||||||||
|